Nederlandse naam: | Zwarte Mees |
Latijnse naam: | Parus ater |
Continent(en): | Europa, |
Specifiek vindgebied: | Bijna overal in Europa. Grootste aantallen in Spanje en Duitsland. Niet in IJsland op Lapland |
Grootte: | 10-12 cm |
Algemene omschrijving
De zwarte mees heeft een lengte van +/- 11 cm, heeft een zwarte kop, witte wangen en een witte achterhoofd vlek. Bovendekveren zijn zwart/grijs met witte/grijze vlakken op de vleugels. Onderzijde is bruinachtig/grijs.
Specifieke kenmerken
In de natuur wordt er gekozen voor een spleet of een holte in stronken, muren en rotsen als nestplaats. Als er geen natuurlijke nestholtes aanwezig zijn word er ook wel eens een nestkast geaccepteerd. Het is een echte insecten eter die s’winters ook overschakelt naar zaden etc.
Omgeving
De zwarte mees is een echte bosbewoner en zijn voorkeur gaat uit naar naaldbomen en berkenbomen. Het verspreidingsgebied is enorm, het beslaat bijna geheel Europa, een groot gedeelte van Azië tot diep in het atlasgebergte van Noord-Afrika.