Vogelvereniging Vogelvreugd

Kweekverslag Kastanje ruglijster

Kweek van de Kastanjeruglijster door: J. Gielen


De kweek met de Kastanjeruglijster (zoothera dohertii). Soms zit het mee, soms zit het tegen….

De kastanjeruglijster is oorspronkelijk afkomstig van de kleine Soenda eilanden die deel uitmaken van de Indonesische Archipel. Van een van deze eilanden, Soembawa, is de andere naam voor deze lijster afkomstig, Soembawa lijster.
In de broedtijd kunnen ze niet samengehouden worden met soortgenoten of verwante soorten.

De eerste kennismaking met deze soort was via een bezoekende Engelsman. Hij vertelde later op de dag elders een “chestnutbacked thrush” op te halen. Nooit van gehoord maar de opgezochte afbeelding liet letterlijk een plaatje van een vogel zien. Bij een liefhebber kwam ik de vogel weer tegen en vroeg hem mij te laten weten als nafok beschikbaar zou zijn. In de zomer kocht ik een jonge man, voorzien van een Dna certificaat, afkomstig uit Frankrijk. Ik kocht later een pop erbij, beide zagen er prachtig uit.

Ze krijgen een mengeling van Orlux unipatée premium, Remiline korrels en F16 vruchtenkorrel. Dagelijks een paar meelwormen afgewisseld met een enkele wasmotlarve, wat pinkies en veel van de pieren die ik in de tuin tegenkom. Men zegt dat ze ongevoelig zijn voor koude maar als het kouder is dan een graad of 10 houdt ik alles binnen omdat dat in mijn situatie de beste oplossing is.

Beide vogels kwamen goed de winter door en het wachten was op enige activiteit richting kweek. Eind april zag ik een van de vogels met cocosvezel in de snavel. Ik gebruik bij dit soort vogels de al oude truc met het merelnest. Voor veel vogels is zo’n oud merelnest werkelijk onweerstaanbaar. Keurig werd door beide vogels een kommetje gemaakt van vooral cocosvezel. Hier en daar was een ander sprietje en een veertje te zien. Teleurstellend was het gezang, buiten wat zacht piepen heb ik van mijn lijsters niets gehoord. In de eerste week van mei werd het eerste van in totaal vier eieren gelegd. Terwijl de pop vast zat te broeden miste ik op een geven moment de man. Ik heb alles afgezocht en wat bleek, geloof het of niet er zaten twee vogels boven op elkaar op het nest. Wat nu, toen ik de eieren nader bekeek leek het erop dat ik twee x twee eieren had gezien de tekening. Twee eieren met een fijne en de beide andere met een veel grovere vlektekening.

Veertjes werden opgestuurd en mijn man met het franse Dna bewijs bleek een vrouwtje te zijn. Dit verklaarde het niet zingen, en het op elkaar zitten broeden. Ik kan er kort over zijn. Voordat ik een vervangende man had was het seizoen voorbij. Er was wel een verandering hoorbaar. De nieuwe vogel zat òf uitgebreid hard te zingen òf zachtjes allerlei geluiden te maken. Van beide geluiden heb ik een opname gemaakt die via youtube te vinden zijn. Heerlijk om te horen. Wat opvalt is dat ze vaak lange tijd roerloos zitten te kijken.

De vogels leven voornamelijk op de grond en scharrelen daar rond op zoek naar voedsel tussen het gras en onder gevallen blad. Ik zie ze geregeld in de weer met allerlei insecten, wormen, slakjes en spinnen. Fruit zie ik ze nauwelijks eten.

 

Het volgende jaar werd ook eind april begonnen met de nestbouw in het aangeboden oude merelnest. Ook nu weer is cocosvezel het meest gebruikte materiaal. Na enige tijd werden twee eitjes gelegd. Ze hebben bij mij de ene keer twee en de andere keer drie eitjes gelegd. Alleen de pop lijkt te broeden. Tijdens het broeden werd de pop op het nest regelmatig gevoerd door de man met de aangeboden meelwormen en pinkies. Zeker in het begin worden de jongen op dezelfde wijze gevoerd, de man zorgt voor de aanvoer en de pop geeft dit door aan de jongen. Ik begin met heel veel pinkies en witte meelwormen. Meelwormen en pieren worden langzaam opgehoogd. De pop zit best wel lang bovenop de jongen. Pinkies, meelwormen en pieren blijven de vaste voedsel bestanddelen. Later zorgen beide voor het voeren. Als het oudste jong zo’n negen dagen oud is ring ik alle jongen die in het nest zitten met een ring van 4.5 mm. die is afgeplakt met leukoplast. Als het er drie zijn is het verschil in grootte vaak de reden dat ik met de kleinste nog even wacht of eventueel een paar dagen later kijk of de ring er nog om zit. Voor het ringen of nestcontrole gebruik ik het moment dat de pop het nest verlaat. Het krijgen van vers badwater leidt vaak zo’n moment in. Twee jongen worden meestal groot, het kleine derde gaat nog wel eens dood.  Na iets meer dan twee weken vliegen ze al uit maar worden daarna nog een hele tijd gevoerd, ik vind het moeilijk te bepalen wanneer ze zelfstandig zijn. Ik ben in die overgangsperiode nog wel eens een vogel verloren omdat de oudervogels meer aandacht bleken te hebben voor een volgend nest dan voor de jongen

Dit jaar heeft de pop in totaal vier keer gelegd. Van het eerste nest werd één jong groot. Van het tweede nest werden twee van de drie jongen groot. Het derde legsel lag deels op de grond en een ei lag stuk in het flink beschadigde nest. Ik zoek de schuld bij de inmiddels zo goed als volwassen jongen, zeker is dit echter niet.  Omdat het inmiddels september was heb ik het merelnest weggehaald en de jongen gescheiden van de ouders.  De pop vloog daarna nog een tijdje rond met cocosvezel en probeerde nog hier en daar een nest te maken.

Op een dag sloeg het noodlot toe. Beide jongen lagen dood op de grond. De een met maar één poot en de ander zonder kop. Mijn grote “vriend”, een sperwer had weer toegeslagen. Ondanks allerlei pogingen om mijn vogels tegen hem te beschermen kostte hij me deze zomer een goudkapfiskaal en een bali en een emerald spreeuw. Ook vliegt er een langstaartglansspreeuw met nog maar één poot rond. De sperwer kende het kunstje zo goed dat ik inmiddels een dubbele laag net heb aangebracht in de hoop dit in de toekomst te voorkomen.

Zoals ik al schreef vloog de lijsterpop met cocosvezel rond en probeerde ze een nest te maken. Vanwege het verlies van de beide jongen gaf ik haar het merelnest terug. De derde dag lagen er eitjes in……De twee jongen zijn nu, het is begin november, zo goed als zelfstandig.

Vandaar de titel “soms zit het mee, soms zit het tegen” ……….