Nederlandse naam: | Baardman |
Latijnse naam: | Panurus Biarmicus |
Continent(en): | Azië, Europa, |
Specifiek vindgebied: | Rietvelden |
Grootte: | 16 - 17 cm |
Temperatuur: | Winterhard |
Algemene omschrijving
De bovenzijde en de staart zijn roestbruin, de handpennen lichtgrijs tot witachtig, de onderzijde is roodachtig grijs. De snavel is geel en de poten zijn zwart.
Geslachtsonderscheid
Bij het mannetje is de kop asgrijs, met een brede zwarte baardstreep aan weerskanten. De onderstaartdekveren zijn diepzwart. Het popje heeft een bruinachtige kop zonder baardstrepen.
Specifieke kenmerken
Vrij sterke vogel
Voedsel
In de vrije natuur worden er zomers voor spinnen en kleine insecten gegeten. In de winter wordt er overgeschakeld op rietzaad.