Aangesloten bij de Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers

Tijgervink

Voor Foto's Zie onderaan. Ga naar Beneden.

Nederlandse Naam:

Tijgervink

Wetenschappelijke naam:

Amandava amandava amandava

Verslag in PDF-formaat:

Voor het verslag over de Tijgervink in PDF-formaat

Algemeen:

Genietend van het septemberzonnetje, zittend voor de volière en kijkend naar de vogels in de volière én de (sinds kort) in de vrije natuur los vliegende zebravinken, wil ik u deelgenoot maken van mijn ervaring m.b.t. de kweek van de Tijgervink. Vogelkweker zou voor mij absoluut een verkeerde benaming zijn, omdat ik me niet bewust bezig houd met het kweken van vogels. Dus niet het paarsgewijs houden van vogels in broedkooien of aparte vluchtjes, geen studie over te erven eigenschappen en ook niet het selecteren van de beste vogels om uiteindelijk de absolute topvogel op stok te krijgen. Nee, niets van dit al. Integendeel! Wat komt, dat komt, is het credo.

Gezelschapsvolière:

In een gezelschapsvolière van 10 meter lang, een diepte van 1.40/2.00 mtr, en een hoogte van 1.80/2.10 mtr wordt geprobeerd om het de vogels zo goed mogelijk naar de zin te maken. Hierbij wordt er naar gestreefd om d.m.v. begroeiing een zo optimaal mogelijk leefklimaat voor onze gevederde vrienden te creëren. Daarnaast hebben ze de beschikking over een nacht-/winterverblijf (afm. 3 m. breed / 1 m. diep / 2.20 m. hoog) dat in de garage is gebouwd. D.m.v. een vluchtsluis kunnen ze deze ruimte bereiken. In de volière leven 24 verschillende soorten tropische vogels uit m.n. Afrika en Australië, en enkele uit Azië. Van medio oktober tot mei zitten de vogels in deze binnenvoliere bij plm. 15 graden. Qua voedsel, etc. wordt niets aan het toeval overgelaten en krijgen ze eigenlijk alles wat ze nodig hebben. Omdat er ook soorten rondvliegen in de verschillende kleurschakeringen bestaat het totale gezelschap uit zo’n (momenteel) 85 vogels. Voeg daarbij de uitgevlogen jonge vogels en de totale populatie bedraagt in de zomer al gauw een honderdtal vogels. Dat lijkt wellicht veel, maar door de tijd heen is er een selectie doorgevoerd en zijn vogels die voor onrust zorgden weer verwijderd. De vogels hebben het waarneembaar naar hun zin en de broedresultaten spreken in dit opzicht voor zichzelf.

Broedresultaten:

Ieder jaar zien Gouldamadines, Ceresamadines, Edelzangers, Mozambiquesijzen, Cubavinken, Binsenastrilden, Blauwfazantjes en Tijgervinken het levenslicht. En dit jaar voor het eerst jongen van de Goudbuikjes en de Kikuyu Brilvogels. Nu is het ene jaar het andere niet, maar doorgaans zijn de resultaten bevredigend te noemen en is het een genot om het hele proces van de nestbouw tot het uitvliegen en het voeren van de jonge vogels te aanschouwen. In 2004 heb ik mijn vroegere hobby weer opgepakt en een bont vogelgezelschap bijeen gezocht. Één van de soorten die absoluut niet mocht ontbreken was de Tijgervink. Enerzijds omdat het een gezellig beweeglijk vogeltje is, anderzijds omdat het één van de weinige vogels is waarvan de man ten tijde van het broedseizoen zijn broedkleed aantrekt. Hij verandert dan van een bruin/geel vogeltje in een vogeltje met een fantastisch oranje/dieprode kleur, waarbij de flanken en de borst van kleine witte stipjes zijn voorzien. Ook hebben ze een aangenaam gezang om aan te horen. Bewust is maar voor één paartje gekozen, omdat ze in het broedseizoen nogal vechtlustig tegen soortgenoten zijn. Het eerste jaar was het direct al prijs. Één nest met drie jongen op stok! Helaas vond ik op een dag het popje dood op de grond en moest ik op zoek naar een nieuwe. Via de databank van de ScAP kwam ik bij collega-lid Vreugdenhil in Den Hoorn terecht. Een heel mooi en naar later bleek ook zeer vruchtbaar popje verwisselde van eigenaar. In 2005 weliswaar een tweetal nestjes, maar nog zonder resultaat. De eitjes waren steeds onbevrucht. Maar in 2006 maakte ons koppeltje het meer dan goed. Begin mei worden de vogels weer losgelaten in de buitenvolière. Dagelijks maak ik mijn rondje door de volière en controleer de nestkastjes en de door de vogels zelf gemaakte nestjes in de struiken. Als je dit iedere dag op een rustige manier doet (liefst op hetzelfde tijdstip) raken de vogels hieraan gewend en zullen ze dit niet als nestverstoring ervaren. Je kunt op deze manier je administratie op peil houden, en je komt niet voor onverwachte verrassingen te staan. Ook evt. dode nestvogels die blijven liggen, kan je bijtijds bij de overige vogels in het nest wegnemen. Op 28 mei al lag het eerste ei in het door henzelf gemaakte nest in een Buxusstruikje. Totaal werden er vijf eieren gelegd. Hieruit kwam op 18 juni het eerste jong en op 21 juni het tweede. Helaas kwam het niet zo ver dat ze uit mochten vliegen. Een teleurstelling natuurlijk. Maar in de eerste week van juli werden er al weer 4 eitjes gelegd. Op 18 juli zag het eerste jong het levenslicht. Op 21 juli lagen er drie jongen in het nest. 1 eitje was onbevrucht. Op 6 augustus vlogen ze alledrie uit. Een genot om te zien hoe vader en moeder zich om hun kroost bekommerden. Vooral op de grond scharrelend en naar voedsel zoekend, zorgden ze er voor dat hun jongen niets tekort kwamen. Omdat op 18 augustus al weer begonnen werd met het legsel van het derde nest, heb ik op 22 augustus deze drie vogels uitgevangen en voorzien van een knijpringetje. Dit, omdat ik na een slechte ervaring bij het ringen van Zwartbuikvuurvinken, het ringen met de originele dichte ringen heb afgezworen. Beter een vogel zonder ring op stok, dan één met ring dood in mijn handen of in het nest. Bij deze derde broedronde werd op 5 achtereenvolgende dagen een ei gelegd. Op 6 september lagen er vier jongen in het nest, gevolgd door nog één op 8 september. Op 15 september lag er één dood in het nest. De overige vier groeiden voortvarend op en op 5 oktober vlogen ze uit. Op 28 oktober heb ik ze uitgevangen en overgebracht naar een aparte vluchtkooi van 150 x 50 x 40 cm. Hiervan zijn er twee boven elkaar beschikbaar voor de uitgevangen jonge vogels (en evt. ook zieke vogels). Deze GEHU-kooien zijn evt. d.m.v. schuifwandjes in drie (zes) kooien te verdelen. In één seizoen zeven tijgervinken op stok van één ouderpaar. Een pracht resultaat! Zeker als je later moet constateren dat het overall gezien een schraal jaar was met het kweken van de Tijgervinkjes. Zelfs op de landelijke tentoonstelling in Apeldoorn was dat jaar geen EK ingeschreven. Groot was dan ook de verslagenheid toen de pop dood op de grond lag. Bij het poetsen van haar veren was ze met de punt van haar snavel achter haar halsvelletje blijven steken en is in deze houding waarschijnlijk gestikt. Enkele weken later ging ook de man dood. Een prachtkoppel, zo maar ineens in enkele weken tijd verloren. Van de zeven jonge vogels bleken er 6 mannen en één popje te zijn. Ondanks verwoede pogingen om te ruilen voor vers bloed, lukte dit niet. Wat opviel was dat iedereen op zoek was naar poppen. Dus dit jaar uiteindelijk maar broer en zus bij elkaar gelaten. Niet optimaal, maar je moet wat. Voor dit jaar had ik eigenlijk nog nergens op gerekend, maar onlangs hebben ze hun eerste nest van vijf eieren uitgebroed met vier jongen tot gevolg. Helaas is er geen één op stok gekomen. Misschien is dit ouderpaartje nog te jong voor het opvoeden? Of toch zwakkere vogels door de broer/zusrelatie??

Voedsel:

Omdat er een groot aantal verschillende vogels in de volière rondvliegen is er dagelijks een ruime keuze aan voedsel aanwezig. Afrikaanse Prachtvinkenzaad van Prestige (Premium), Prachtvinkenzaad van Himbergen, (Franse) trosgierst, eivoer (Quiko, Exotica), rood eivoer, universeelvoer, insectenpaté, buffalo’s, fruitvliegjes, verse veldsla, vers fruit (appel, sin.appel), grit, maagkiezel en uiteraard vers drink- en badwater. Drie keer per week wordt het drinkwater voorzien van enkele druppels multivitamine (Quikon). Om schimmel tegen te gaan wordt het eivoer niet met water aangelengd, maar met Sti-Ho-Dru siroop van De Imme uit Eibergen. Een natuurproduct dat verzuring en uitdroging van het eivoer tegen gaat. Voor extra dierlijk voedsel in de vorm van spinnetjes en insecten is de bodem van de buitenvolière rijkelijk voorzien van boomschorssnippers, en ook in de struiken is het nodige te vinden.

Tot slot…….:

Onze vogels hebben niet het eeuwige leven. Door de importstop loopt onze hobby ernstig gevaar. Op dit moment zie je op internet vogels aangeboden worden tegen extravagant hoge prijzen. En laten we eerlijk zijn: het is natuurlijk zeer verleidelijk om even snel te cashen. Maar voor de meeste leden van de ScAP zijn deze prijzen onbetaalbaar. Laten we elkaar onze vogels gunnen d.m.v. verkoop tegen gunstige prijzen of gewoon door te ruilen. Alleen dan houden we onze hobby betaalbaar en kunnen we nog wat langer genieten van onze geliefde Afrikaantjes! Ik ben aan het eind van mijn kweekervaringen met de Tijgervink gekomen. Zoals ik in het begin al schreef: ik voel me niet echt een kweker. Voor ons is het houden van vogels vooral het genieten van alles wat er in de volière te zien is, het observeren van onze vogels en hun (afwijkend) gedrag leren kennen. En als er dan spontaan een nest met jongen groot wordt gebracht, is dat extra genieten! Ik zit nog steeds voor mijn volière. Als ik zo rondkijk moet ik er niet aan denken dat dit levende schilderij het in de toekomst moet doen zonder onze mooie Afrikaantjes.

Auteur:

J.C. Blaak

Foto's

NB. Wacht eerst voor alle foto's zijn geladen! Als u eerder op een andere foto klikt laad hij niet verder! U ziet dat doordat in de balk onderaan 'Gereed' staat. Dan kunt u op een andere foto klikken!

Terug