Aangesloten bij de Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers

Roodstaart Minla

Voor Foto's Zie onderaan. Onder

Nederlandse Naam:

Roodstaart Minla

Wetenschappelijke naam:

Minla ignotincta

Verslag in PDF-formaat:

Voor het verslag over de Roodstaart Minla in PDF-formaat

Inleiding:

De vogels hebben een grootte van ongeveer 14 cm. De roodstaart Minla nominaat vorm en zijn ondersoorten heeft domicilie in Nepal, Vietnam, China, Burma en Yunnan. Deze Minla is te vinden in de bossen rondom en in de bergen. Als het te koud wordt in het hoger gelegen woud, dan vertonen de Minla’s een verticale trek. De Minla’s zijn in hoofdzaak insecten eters maar een lekker besje of hapje fruit laten ze ook niet aan hun snavel voorbij gaan. De Minla’s maken een komvormig nest welke op diverse hoogtes is te vinden in de struiken. Het nest wordt vervaardigd van plantendelen, mossen en dierlijke haren. Een gemiddeld nest bestaat uit zo’n 4 eitjes welke een groen/blauwachtige kleur hebben en de eitjes zijn aan de stompe kant gestippeld met bruin zwarte vlekjes. Het broeden duurt 12 a 14 dagen en na zo’n zelfde perioden vliegen de jongen uit het nest. De Roodstaart Minla heeft niet zoals de naam zegt een geheel rode staart maar een rode veren partij in de eigenlijk zwarte staart, in deze staart zijn ook witte vlekken te vinden. Het rugdek is bruin/zwart met ook daarin de witte en rode veerpartijen. De kop is zwart met een grote witte wenkbrauwstreep, zijn gele oog met daarin het zwarte pupil en neem daarbij nog zijn zwarte priemsnaveltje, de borst is geelachtig grijs en zijn poten zijn vleeskleurig, dit alles maakt deze vogel erg kleurrijk. Over de Minla’s is gelukkig veel aanvullende informatie te vinden en is o.a. in onze vogels meerdere malen beschreven maar over kweek resultaten lees je niet veel. Dit betekent echter niet dat ze niet gekweekt worden.

De Kweek:

De vogels bekwam ik via een bekende vogelhandelaar uit het zuiden van het land. Na een kleine Quarantaine en acclamatieperiode zijn ze op 12 april naar een ruime en rijkelijk beplantte volière verhuisd. Man en pop lijken zeer op elkaar, maar bij de man zijn de kleuren allemaal net iets intensiever. De witte wenkbrauw strepen zijn bij de man ook wat voller, bij de pop was deze streep onderbroken, dit is niet altijd het geval bij alle poppen. Op 4 mei was het nest zo goed als klaar. Het nest was volledig gemaakt van kokos vezel in een kanarie tralie nestkastje welke was ingebonden in een bos van coniferen takken. Op 7 mei zit de pop op het nest en uit controle blijkt dat het eerste ei is gelegd. En op 10 mei het 4e ei wat het nest completeerde. Op 22 mei is het eerste jong geboren, in de dagen daarna komen jong 2 en 3 uit. Op 24 mei ligt er een dood jong op de bodem van de volière onder het nest. In de nacht van 24 op 25 mei valt er nachtvorst in van wel -3 graden en dat betekende einde nest ronde één. Op 26 mei wordt alweer het oude nest op orde gebracht en op 29 mei lag het eerst ei van ronde twee in het nest. Op 13 juni 3 jongen geconstateerd. Op 17 juni 2 van de 3 jongen geringd met een 3,2 mm ring en op 18 juni het derde jong. Op 25 juni 3 jongen uitgevlogen. Zowel de man als de pop zet iedere vogel van de andere soorten, die ook in deze volière huisde even op hun plaats, en dit onder het mom van: dit zijn onze jongen en daar blijf je van af. Nadat de jongen rustig waren geworden van het avontuur(uitvliegen) wordt de gehele volière weer rustig en alles was gelijk weer koek en ei tussen alle soorten vogels. De jongen lijken al zeer sterk op de oude vogels alleen zijn ze wat kleiner en hebben nog geen volledig volgroeide staart. Er kwam ook nog een 3e en een 4e ronde welke hetzelfde verliepen als ronde twee en zo had ik van dit koppel 9 echte eigen kweek, goed geringde en natuurbroed jongen Minla’s gekweekt. Als je eenmaal zeker bent van een koppel gaat het eigenlijk allemaal vanzelf. Voorwaarde is echter wel dat je vooral tijdens de broedperiode voldoende en afwisselend voer aanbiedt. Buiten de broedperiode gaf ik de vogels wat universeel voer, wasmotten, buffalo en meelwormen, pinky’s, miereneitjes en weideplankton maar dit alles met mate. In de broedperiode gaf ik het zelfde voer alleen dan in overvloed, simpelweg omdat de vraag groter is en omdat de andere aanwezige vogels hier ook van mee aten. Het levende voer werd nu ook weer bepoederd met Spirulina en wat Aves-strooipoeder. Het erop volgende broedseizoen heb ik ook met deze vogels geprobeerd in een broedkooi te broeden maar dit resulteerde wel in nestbouw en eitjes maar de jongen werden niet allemaal op een vlotlopende kweekwijze grootgebracht. Ik ben geneigd te zeggen dat het echte buiten volière vogels zijn. Meerdere rondes en dus jongen maken deze wat simpel gekleurde vogel toch tot een uitdaging om ermee proberen te kweken. Wat zang betreft stelt deze vogel niet zoveel voor. Op naar de volgende uitdaging!

Auteur en vogelkweker:

A. Bakker te Dordrecht

Fotograaf:

J.DENIJS/ P.ONDERDELINDEN

Noot van de auteur:

Op tekst en foto's zit copyright deze mogen dus niet gekopieerd worden!!

Foto's

NB. Wacht eerst voor alle foto's zijn geladen! Als u eerder op een andere foto klikt laad hij niet verder! U ziet dat doordat in de balk onderaan 'Gereed' staat. Dan kunt u op een andere foto klikken!

Terug