Aangesloten bij de Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers

Loodkleurige Waterroodstaartje

Voor Foto's Zie onderaan. Onder

Nederlandse Naam:

Loodkleurige Waterroodstaartje

Wetenschappelijke naam:

Rhyancornis fuliginosus fuliginosis

Verslag in PDF-formaat:

Voor het verslag over de Loodkleurige Waterroodstaartje in PDF-formaat

Verschijningsvorm:

De man ziet er als volgt uit: (Zie foto 1 en 16 t/m 21) Over het gehele lijf is hij loodachtig donker blauwgrijs van kleur,op de roodbruine stuit en staartkleur na. Hij heeft rond de zwarte snavel ietwat zwarte veertjes en het oog is ook zwart. De poten zijn zeer donker roodachtig bruin van kleur en de nagels zijn zwart. De pop ziet er als volgt uit: (Zie foto 11 en 13 t/m 15) Mooi grijsbruin van kleur op het rugdek,kop,wangen en vleugels,buik kleur is licht grijs en met over het gehele lichaam een gemarmerde/geschubte tekening. Stuitkleur is wit wat voor een gedeelte in de staart doorkleurd,de uiteindes van de staartpennen zijn weer grijsbruin gekleurd. Oogkleur is zwart en de poten zijn hetzelfde alsbij de man gekleurd. Ik vind het altijd moeilijk om een exacte kleursbeschrijving te geven dus ik verwijs u graag naar de bijgevoegde foto's.

Voorkomen en gewoontes:

Het loodkleurige waterroodstaartje heeft een verspreidingsgebied wat o.a de Himalaya,Yunnan en Centraal en Zuid-China beslaat. Habitat van deze soort zijn de vochtige bergwouden en men treft deze soort vooral langs de vele bergbeekjes en rivieren. Bij deze waterpartijen zoeken zij hun voedsel wat bestaat uit de diverse insekten die zowel op,boven of in het water leven. Men kan ze al springend,duikend en vliegend achter de diverse insekten aan zien gaan en men kan dan gelijk het typische staart hip en spreidgedrag waarnemen bij deze vogels. Het is een soort wat zeer territoriaal is ingesteld,echter leven man en pop wel in hetzelfde in verhouding grote territorium. Als het broedseizoen weer aanbreekt zullen de beide sexen elkaar weer treffen op een plek in hun territorium waarvan zij denken dat het een goede stek is om hun kroost groot te brengen. Wanneer het broedseizoen naderd zwelt bij zowel de man als de pop het gezang,de zang is een serie van geslaakte tonen wat frequent word herhaald wat overigens niet onaardig is om aan te horen,als alarmgeluid maken zij een geluid wat te vergelijken is als men twee stenen tegen elkaar ketst. In de natuur word als nestplaats vaak een plek opgezocht zoals een overhangende beekwand welke rijkelijk is bedeeld met boomwortelgroei. Tussen deze boomwortels bevinden talloze holtes en plekjes waarin zij hun nestje kunnen maken,het maken van een nest is een typische vrouwenaangelegenheid,de pop maakt een mooi komvormig nestje wat bestaat uit diverse plantendelen en mossoorten welke dan word afgewerkt met dierlijke haren. Als het nestje klaar is legt de pop gemiddeld vier eitjes welke vaalwit zijn en de eitjes zijn geheel bedekt met licht roodbruine spatjes of vlekjes welke aan de stompe kant van het ei het meest aanwezig zijn. In deze tijd dat er eitjes zijn is de man nog feller tegen alles wat er in zijn territorium begeeft,de vogeltjes zijn klein van stuk met hun 12 cm maar dat weerhoud hun er niet van om alles weg te jagen. Het boeden neemt ongeveer 2 weken in beslag en als de eitjes uitkomen gooien de oudervogels de eierschalen in de stromende beek,dit gedrag behoort bij hun overlevings tactiek en zullen zij eventuele rovers op een dwaalspoor zetten. Hetzelfde word ook gedaan met het wegbrengen van de ontlasting van de jongen en dit is dan weer in hoofdzaak om ziektes te voorkomen. Het voeren van de jongen word door beide ouders gedaan. De jongen zijn bij het uitkomen licht van lichaamskleur met bruine donsveertjes. Tegen de tijd dat de jongen uitvliegen gelijken zij op de pop alleen zijn ze valer van kleur. Het uitvliegen gebeurd op een gemiddelde leeftijd van 15 dagen oud. De jongen van de eerste ronde komen nu volledig op het conto van de man ,die ze nog enige tijd zal doorvoeren. De pop is vaak dan al weer bezig met het opknappen van het nest voor de volgende ronde. Meerdere rondes zijn deze vogels dus gewoon.

Aanschaf:

De vogels bekwam ik van een man uit Belgie,deze man kwam bij mij o. a. roodkeelnagtegalen halen waarmee ik toen gekweekt had. Wij raakte langdurig aan de praat over vogels ,zo vertelde hij dat hij wisselend succes had met de loodkleurige waterroodstaartjes, hijzelf dacht dat deze vogeltjes die toch al niet veel meer aanwezig zijn in onze voliere's, in een soort van fokprogramma moest komen om de soort voor ons vogelliefhebbers te behouden. Hij vroeg mij ofdat ik interesse had en u begrijpt dat had ik wel,zo ontstond er een vertrouwensband en werden diverse vogels en soorten zonder betaling van eigenaar gewisseld.(ja het kan nog in de vogelwereld,vertrouwen geven en krijgen).

De kweek:

Man en de pop werden tegelijk in hun kweekbox met de afmeting van 2m hoog x 2,3 m diep en 1,25 m breed geplaatst en deze moest toen nog volledig aangepast gaan worden naar de eisen van deze vogels, denkt u aan begroeiing, stromend water e.d. De winter deed licht zijn intrede en ik heb de vogels koppelgewijs naar binnen gebracht, de temperatuur lag rond de 5 graden Celsius en het licht bedroeg 11 uur. De winter was zeer zacht dus nadat ik de volière had aangepast naar hun behoefte verhuisde de vogels alweer snel naar buiten. Na enkele weken weer naar buiten te zijn geplaatst begon de man zijn balts te vertonen en zijn zang. Ik zag dat de pop hierop reageerde en ontvankelijk was voor de man zijn avances, hierop inhakend heb ik diverse nestgelegenheden in de kooi geplaatst en nestmateriaal verstrekt. Op donderdag 8 maart de pop met nestmateriaal zien vliegen, zij had een kanarietralie nestkastje uitgekozen welke op een hoogte van 2 meter hing welke aangekleed was met kunstkerstboom takjes. Het nest was volledig afgebouwd op 12 maart door alleen de pop, het nestmateriaal wat zij gebruikte hiervoor was haarwortels van planten/struiken, mos, kokosvezel dor blad en dierlijk licht van kleur haar. Na dit nest gebouwd te hebben zie ik dat de pop ook bezig was aan een ander nest,waarom? Deze vraag kan ik u niet volledig beantwoorden alleen is het wel zo dat ik dit fenomeen wel vaker heb meegemaakt bij andere insecteneters. Blijkbaar is het zo dat de poppen dan een voorschotje nemen met de bouw van het nest voor de tweede ronde zodat ze als ze zover zijn het alleen nog maar af hoeven te werken,enzo hun beschikbare tijd beter te kunnen verdelen tussen nog te voeren jongen en het gereed maken van het nest voor de tweede ronde en nog tijd te hebben voor manlief om te paren etc etc. Vrijdag 16 maart werd het eerste ei gelegd in de ochtenduren. Ook was dit de tijd dat ik het voedsel ging opvoeren qua hoeveelheid en diversiteit. Het basisvoedsel bestond uit meelwormen welke bepoederd waren met aves insektenstrooi en wat spirulina,wat vervolgens werd aangevuld met buffalowormen,wasmot, larven, diepvriespinky's, eivoer, krekels nr 5 en veel door mij verzameld vliegend/kruipend weideplankton. Ook kregen zij af en toe van mij aangeboden, gevangen waterluis en verder wat er in het netje kwam qua watertorretje etc,dit werd dan door mij aangeboden in een ondiep doorzichtig schaaltje met water.(stukje nabootsing van het natuurlijk voedsel). Maandag 2 april was het dan zover,rond 9 uur s' ochtends zag ik de eerste eierschalen liggen op de bodem van de volieré. Zowel man als pop waren gelijk druk bezig naar het zoeken van voer, eventjes op een afstandje gekeken en al snel werd mij duidelijk dat het voer wat er stond in overvloed en variatie geen enkele aftrek bij de vogels kon genieten. Vliegend spul werd door pa en ma gevangen dus schepnet uit de schuur en op jacht maar weer, ondanks dat het nog erg vroeg was kon ik toch aan redelijk wat vliegend spul geraken. Dit werd met grote dank ontvangen door de vogels want ze waren er gelijk erg druk mee en de jongen van een paar uur oud werden door beide vogels gevoerd. Dinsdag 3 april pop was van het nest en gelijk maar eventjes gekeken in het nest,ik zag daar 5 lichtroze van huidskleur jongen liggen welke bedekt waren met een lichtbruin dons, de pop heeft totaal geen moeite met nestcontrole maar de man krijgt het elke keer op zijn heupen als ik in het hok moet zijn om te voeren o.i.d. Ik blijf het toch altijd een fantastisch fenomeen vinden dat de man, die eerst zichzelf nergens mee bemoeid qua nestbouw, broeden etc dan het opeens op zijn heupen krijgt en als een voorbeeldige vader zijn jongen voedert en beschermd. Vol goede moed had ik 5 ringen bekleed met een ventielslangetje maar op de dag van het ringen was het gehele nest leeg, niks te zien van dode jongen of gemerkt dat er problemen waren. Wat had ik de pest er in zeg, maarja er zijn ergere dingen in de wereld, schijnbaar dachten de beide vogels hetzelfde want op woensdag 11 april was het "reserve" gebouwde nest welke nog niet geheel afgewerkt was compleet afgewerkt met dierlijkhaar en wat mos. Zaterdag 14 april was het eerste ei van ronde twee gelegd. In deze tweede ronde ging het wel zo als het hoorde en zo kon ik op zondag 6 mei de jongen ringen, ik heb de jongen geringd met een 3.0 mm ring, dit is echter niet de advies maat die wordt opgegeven in de ringlijsten van de nbvv, daar staat in dat er met 3,2 mm geringd dient te worden. Het is bij mij altijd zo dat ik als het even kan altijd een maatje kleiner probeer te ringen, dit om zo te bewijzen dat ze goed geringd en om het feit dat ik altijd maar een keer hoeft te ringen en verder dit soort nesten van zeldzamere vogels met rust kan laten en er bijna altijd zeker van ben dat de ringen er niet afgaan in het nest. De jongen hebben hetzelfde tekening/verenkleed als de pop in het nest en bij het uitvliegen wat gebeurde op een leeftijd van 15 dagen oud, al is het wel zo dat het allemaal veel vager van kleur is, ik zag wel wat kleine verschilletjes maar ofdat hieraan de kwalificatie; verschil van geslacht bij jongen vogels aan te hangen is ? daar waag ik mij niet aan, info heb ik nergens kunnen vinden hierover en misschien heb ik wel allemaal poppen gekweekt? ( zal wel sterk zijn als dit zo was, toch?). Ik zal als de jongen zolang op het hok blijven het wel zien bij het volwassen worden van de jonge vogels. De jongen waren op een leeftijd van ongeveer 32 dagen zelfstandig. Een derde en een vierde ronde had ik niet meer verwacht maar geschiedde toch,deze rondes verliepen zoals in ronde twee. En zo eindigde weer een geslaagde kweek met de loodkleurige waterroodstaart welke zeer zeldzaam is geworden in de volières. Ook deze soort werd wederom weer ingeruild voor een voor mij nieuwe uitdaging: een nog niet eerder door MIJ gekweekte soort. Wat dat is geworden zult u wellicht wel lezen in een van mijn kweekverslagen, maar u weet het, eerst kweken en ervaring opdoen en dan pas bewijzen dmv foto's en schrijven.

Auteur en vogelkweker:

A. Bakker te Dordrecht

Fotograaf:

Fam. Bakker

Noot van de auteur:

Op tekst en foto's zit copyright deze mogen dus niet gekopieerd worden!!

Foto's

NB. Wacht eerst voor alle foto's zijn geladen! Als u eerder op een andere foto klikt laad hij niet verder! U ziet dat doordat in de balk onderaan 'Gereed' staat. Dan kunt u op een andere foto klikken!

Terug