Vogelvereniging Vogelvreugd

Kweekverslag Purper gaai

Kweek van de Purpergaai door: J. Gielen


Kweekverslag van de Purpergaai, Cyanocorax Cyanomelas,

De gaaien heb ik in 2011 overgenomen van een bevriend liefhebber die onder andere deze vogels van de hand deed omdat hij ongestoord gebruik wou gaan maken van een vakantiewoning in het buitenland. Ik kende de dieren al langer, ze brachten elk jaar een jong groot. De oorzaak van “het ene jong” lag volgens de eigenaar meestal in het na elkaar uitkomen van de jongen. Mogelijk speelden drukke werkzaamheden bij hem ook een doorslaggevende rol.

De purpergaaien komen voor in Zuid Amerika van zuid-oost Peru via Bolivia, Paraquay, zuid-west Brazilië tot noord Argentinië. Ze worden vooral aangetroffen in loofbossen en in aangrenzend lager struikgewas. Ze zijn paars gekleurd met een zwarte kop en borst. Het paars komt pas goed naar voren als de vogel vol in het licht zit. Ze verplaatsen zich vaak, luidruchtig, in een groep van een vogel of zes.

Man en pop zijn gelijk, al is bij mij de man veel forser dan zijn vrouw. Ze hebben een verschillende kleurring om zodat ik weet met wie van beide ik te doen heb, de man heeft een blauwe en de pop een rode ring om. 

 

Vanaf het begin hebben ze samen met een koppel satyr tragopanen een voliere gedeeld. De voliere is 2 ½ meter breed en 4 ½ meter lang. Het binnenhok is is 2 ½ bij 1 meter. Ze overwinteren vorstvrij.

Als voedsel krijgen ze een mengsel van Orlux Uni Patée en Orlux Remiline korrel. Verder allerlei fruit, geregeld wat meelwormen, zophoba’s en wasmotlarven. Twee/drie keer in de week een eendagskuiken. Ook muizen die in de val terechtkomen gaan naar de gaaien. 

Ze zijn rustig en nieuwsgierig. Worden ze gestoord of schrikken ze dan stoten ze rauwe kreten uit. Het is ongelooflijk hoe de man kan zingen of noem het babbelen. Alleen hééél zachtjes, je ziet het meer dan dat je het hoort en dat voor een vogel bijna zo groot als een kauw.

Zoals bij de vorige eigenaar heb ik een platte ronde mand in de voliere gehangen, verborgen in de coniferen. Voor de tragopanen hangt in het binnenhok een grote mand waarin elk jaar wordt gelegd en met goed resultaat wordt gebroed. Telkens drie of vier eieren en eenzelfde aantal kuikens. Of dat ook kan met de gaaien betwijfel ik. Ze lusten waarschijnlijk de eieren of eventueel later de kuikens. Een keer proberen kan geen kwaad, binnen mijn collectie lijkt dit de beste oplossing. In de wetenschap dat een tweede zal volgen bij de tragopanen wordt het eerste legsel als proef op het spel gezet.

Half maart zie ik de tragopaan de nestmand in orde maken, de gaaien heb ik nog niet op de mand in de struiken gezien. Ook voor nestmateriaal is nog geen interesse getoond.  Beide koppels zien er goed uit, samen lijkt het goed te gaan. Maar dan, oorlog!  Uit schaalresten op de grond blijkt dat de tragopaan kennelijk een ei had gelegd.  Als ik in de mand wil kijken of er iets schoongemaakt moet worden wordt ik door de gaaien aangevallen en wat blijkt, in de mand is niet alleen het voor de tragopanen bedoelde stro en hooi aanwezig maar ook een kommetje gemaakt van kokosvezel en kleine takjes. De gaaien hebben de grote mand in bezit genomen! Het kommetje is doordrenkt met de inhoud uit het tragopaan ei. Ik haal alles wat nat is weg. De tragopanen worden verplaatst en de gaaien hebben nu het rijk alleen.

Op 2 april liggen er 2 eieren in de mand. Er is zelfs geen tijd geweest om een nieuw nest te maken. In de grote mand liggen de eieren in een verdiept plekje in het hooi. Al kijk ik als de pop van het nest af is gegaan, ik wordt toch behoorlijk uitgescholden. Op 3 april het 3de ei.  Ze lijkt nu te blijven zitten en kijkt me aan over de rand van de mand. 

 

 

12 april: Als beide vogels buiten zitten kan ik even in het nest kijken. Er liggen 5 eieren in!

De man heb ik niet op het nest gezien. Zo gauw de pop van het nest komt wordt ze door de man gevoerd. Hij eet insecten volledig op en hoest ze vervolgens op. Ik heb niet waargenomen of ze ook op het nest gevoerd wordt.

Naar de broedduur ben ik op zoek geweest. Ik heb een variatie gevonden in de beschrijvingen binnen de gaaienfamilie van 14 tot 18 dagen.

Omdat de vorige eigenaar het na elkaar uitkomen van de jongen als hoofd oorzaak aangaf van de zeer matige kweekresultaten wou ik een goed beeld krijgen van de gang van zaken.  Om de paar dagen bekeek ik het nest. Op de 16de dag was er nog steeds niets te zien, nu wou ik het weten. Met een schouwlampje bekeek ik de eieren liggend  in het nest. Een ei was helder. De andere vier lieten een scherp afgetekende luchtkamer zien, bevrucht dus.  Reden om het aantal insecten op te hogen. Het eendagskuiken krijgen ze nu elke dag.  De kuikens worden nu ook eerst gevild en wordt de dooier verwijderd. Dit heb ik in Walsrode gezien toen ik daar een kijkje mocht nemen in de voedingskeuken. Ook Bernd Marcordes spreekt in zijn boek “Exotische Weichfresser” over het geven van “ënthautete kücken”. Als onderhoud worden de kuikens compleet gegeven maar nu er jongen zijn wordt huid en dooier verwijderd.

Op 23 april zie ik een lege dop op de grond. Dit is de 23ste dag na het leggen van eerste ei. Bij een legsel van 5 eieren zal de broedduur 18 dagen zijn?? Op 24 april blijken in het nest drie jongen te liggen. Ze lijken allemaal even groot. Wat met het vierde ei gebeurd is weet ik niet.

Ze krijgen nu drie keer per dag een gevild kuiken en stukjes runderhart. Uit de diepvries wasmotlarven, krekels, pinkies en  buffalowormen. Meelwormen die ze krijgen hebben enkele dagen “Aves Meelwormenvoer” te eten gehad. Alles wat wordt aangeboden wordt met een strooibusje bepoederd. Een mengsel van Avian Carmix, Witte Molen Calci Care 40+ en Aves Insectenstrooipoeder. Het kuiken wordt steeds als eerste gepakt, krekels komen ze nauwelijks aan. Wat opvalt is dat ze runderhart wat ik aan biedt liever hebben als blokjes. Met een poot houden ze het vast en trekken er vervolgens kleine stukjes van af. Ik heb het te fijn gemalen. In het begin namen ze dit graag maar nu komen ze er nauwelijks meer aan. De kuikens worden op dezelfde manier in stukjes getrokken. 

30 april, de ouders blijven heel goed voeren, ze zijn nu 7 dagen oud.Op 2 mei heb ik de drie geringd met 7 mm. Eentje was wat groter dan de ander twee, het ringen ging bij deze vogel was moeilijk.

 Het eerste jong is op 16 mei uitgevlogen onder luid geschreeuw van de ouders. Twee dagen later zijn ze alle drie uit het nest. Ik zet ze ‘s avonds in het binnenhok omdat het ’s nachts mogelijk gaat vriezen (17 mei!!) De ouders blijven goed voeren.

Op 30 mei haal ik de jongen bij de ouders weg omdat er weer nestmateriaal naar binnen gedragen wordt. Ze zijn volledig zelfstandig.

 Jeu Gielen, juni 2012