Nederlandse Naam:

Roodvoorhoofd Cini

Latijnse naam:

Serinus pusillus

Continent van herkomst:

Bewoont delen van Zuid-West Azië, tot de Himalaya

Specifiek vindgebied :

berghellingen, open terreinen tot op vrij grote hoogte

Grootte:

12 cm

Temperatuur (°C):

als in Nederland, echter vogels beschermen tegen veel vocht en vorstvrij houden

Algemeen:

Klein vogeltje met korte kegelvormige snavel. Zaadeter.

Geslachtsonderscheid:

Mannen en poppen op kleur hebben beide een roodvoorhoofd. Verschil is moeilijk te zien. de man is iets intensiever en zingt.

Voedsel:

Een mengsel voor putters en sijzen met ook wat raap- of koolzaad.

Kweek:

Per koppel, bijvoorbeeld in een kweekkooi van 1 tot 1,5 m lang, 50 cm hoog en 50 cm diep.Proberen te kweken in een kweekbox of in een ruime kweekkooi waarbij de nesten met iets (kunst)groen zijn aangekleed. Opmerkingen: Een moeilijk te houden vogel. Kan lang goed in conditie blijven maar dan blijken de vogels het plots te begeven. Kweekresultaten zijn zeker niet algemeen.

Auteur en Fotograaf:

H. Vervest