Aangesloten bij de Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers

Europese Roodborst

Voor Foto's Zie onderaan. Onder

Nederlandse Naam:

Europese Roodborst

Wetenschappelijke naam:

Erithacus Rubecula

Verslag in PDF-formaat:

Voor het verslag over de Europese Roodborst in PDF-formaat

Inleiding:

De roodborst heeft zoals zijn naam al doet vermoeden een rode borst. Het rood is echter tot zelfs boven de snavel te vinden. Het grote zwarte ronde oog geeft aan dat we te maken hebben met een jager die insecten vangt in de onderbegroeiing en op de donkerste plekjes. Ook vangt hij veel in de vroege ochtend en in de late schemering. Man en pop zijn op het eerste gezicht hetzelfde, maar soms zijn er minieme verschillen te zien en dan vooral in de intensiteit van het roodbezit. Het rugdek is bruin, de nek en de kop hebben een wat blauw/ grijze gloed. Poten zijn donker bruin tot zwart. Omdat de roodborst bij uitstek een bodembewoner is staat hij hoog op de poten. Nest in de natuur wordt van graswortels, bladeren en wat mos gemaakt. Daarin worden zo’n vier tot zes eieren gelegd, welke een bruinachtige kleur hebben. De eieren worden zo’n twaalf tot veertien dagen bebroed, en de jongen vliegen, lopen, klimmen uit het nest als ze zo’n veertien dagen oud zijn. De jongen zijn bruin met vlekken, spikkels en dit over het gehele verenkleed. De vogels nemen in het broedseizoen enkel insecten tot zich, en als het kouder wordt schakelen ze ook over op bessen en dergelijke. De roodborst is wijd verspreide vogel en zijn gebied beslaat bijna geheel Europa, klein stukje van Afrika en Rusland. De noordelijke roodborst is een trekvogel, en de zuidelijke een gedeeltelijke standvogel. De zang is aangenaam en tot laat in de schemering te horen.

De Kweek:

Sinds ze in mijn bezit zijn gekomen hebben ze altijd gescheiden van elkaar gezeten, maar konden elkaar wel zien. In de wintermaanden hebben ze veel gedreigd en soms ook door het gaas heen elkaar bevochten. En dat ging er dan vrij heftig aan toe, zo begonnen ze eerst met een dreighouding aan te nemen op de grond en vlogen vervolgens al vechtend naar boven tot aan het dak, vielen op de grond en dan begon het gevecht weer van voor af aan. Het is maar goed dat er gaas tussen zat, want anders denk ik niet dat ze heel uit de strijd waren gekomen. Het is dat ik weet dat het man en pop zijn, doormiddel van DNA analyse, anders zou je gaan denken dat het twee mannen dan wel twee poppen waren geweest. Op twintig maart is de pop bij de man in zijn territorium (lees volière) gezet. De pop zat wel in een klein kooitje zodat ze eerst weer aan elkaar konden wennen. Op vier april zijn de vogels aan elkaar gekoppeld wat eigenlijk geruisloos verliep. Zo geruisloos zelfs dat ik een paar dagen later in de kooi ben gestapt om te kijken of dat ze nog wel leefden, want ze waren kompleet onzichtbaar geworden. Op vijftien april zijn de eerste tekenen van balts en nestelgedrag waargenomen. Op zeventien april zijn de roodborsten aan het nestelen in een grote traliekast hoog in de volière. Als nestmateriaal werd kokosvezel en wat mos gebruikt. Op achttien april was het nest klaar, en op negentien april werd het eerste ei gelegd. De eieren werden door mij geraapt en bij het vierde ei heb ik de eieren teruggeplaatst. De pop is ook vanaf deze dag direct gaan broeden. Op drie mei nestcontrole uitgevoerd, wat heel makkelijk gaat, en toen bleek dat er in totaal zes eieren waren gelegd. Op negen mei alle eieren eruit gehaald want er was er niet een van bezet. Op vijftien mei zijn de vogels het oude nest wat aan het opknappen. Op zestien mei het eerste ei, en meteen het ei geraapt en vervangen door een kunstei. Op eenentwintig mei was het zesde ei gelegd en ik heb toen de geraapte eieren erbij gelegd. Op drie juni is het eerste jong geboren rond 21.00 uur. Op vier juni ’s ochtends gecontroleerd en toen bleek dat alle eieren waren uitgekomen. Op een leeftijd van vijf dagen zijn alle jongen geringd met een wettelijke ring van 2.5 mm, wat eigenlijk nog gemakkelijk ging. De ringen waren voorzien van een ventielslangetje. Bij het ringen viel op dat er een achterblijvertje tussen zat en dit jong zou een paar dagen later dan ook dood op de grond aangetroffen worden. Op zestien juni alle jongen uit het nest en gaan eigenlijk volledig op in hun omgeving. Op een leeftijd van ongeveer dertig dagen achtte ik de jongen zelfstandig en heb ik ze van de ouders gescheiden. Het kweekkoppel ging ook meteen uit de buitenvolière en werd binnen geplaatst in een broedkooi van ongeveer 100 cm breed, 60 cm hoog en 50 cm diep, waarin ze niet veel later aan de derde ronde begonnen en deze ronde ook tot een goed eind hebben gebracht. In totaal zijn er negen jongen op stok gekomen dit kweekseizoen. Het roulatie systeem pas ik op veel vogelsoorten toe en over het algemeen lukt dit vrijwel altijd en zo verkrijg ik dan honderd procent natuurbroed en goed geringde jongen uit zowel de buitenvolière als uit de broedkooi. Wat bij dit koppel erg opviel is dat ze buiten het broedseizoen agressief waren naar elkaar maar ook zeker naar andere vogels. En in het broedseizoen ze totaal niet agressief of opvallend gedrag vertoonde. De man floot in de buitenvolière volop en binnen in de broedkooi niet (toch niet helemaal in zijn element??).

Voeding:

De voeding bestaat uit kleine hoeveelheden meelwormen, buffalowormen, pinkies, eivoer, zaden, broodkruimels enz. buiten het broedseizoen. In het broedseizoen bestond dit uit volledig dierlijk voedsel te weten buffalo, en meelwormen, weideplankton, krekels of sprinkhanen. Er werd ook steeds eivoer aangeboden, maar daaruit werden dan alleen de pinkies gehaald. De insecten werden bestrooid met wat spirulina en wat Aves insektenstrooi poeder.

Nawoord:

Over het algemeen genomen vind ik dat insectenetende vogels niet per definitie moeilijk zijn te kweken, zowel in de buitenvolière als in de broedkooi. Wel dient men over voldoende ruimte te beschikken omdat vele soorten apart van elkaar gehouden moeten worden en dan ook nog eens dat de man en de pop van eenzelfde soort buiten het broedseizoen van elkaar gescheiden gehouden moeten worden. Ik acht niet alle wijsheid in pacht te hebben, maar dat er nu al vele verschillende soorten bij mij het levenslicht hebben gezien, zegt dat het systeem van buiten en binnen broeden dus weldegelijk vruchten afwerpt. En bedenk ook dat er vele wegen naar Rome leiden.

Auteur en vogelkweker:

A. Bakker te Dordrecht

Fotograaf:

J.DE NIJS/ P.ONDERDELINDEN

Noot van de auteur:

Op tekst en foto's zit copyright deze mogen dus niet gekopieerd worden!!

Foto's

NB. Wacht eerst voor alle foto's zijn geladen! Als u eerder op een andere foto klikt laad hij niet verder! U ziet dat doordat in de balk onderaan 'Gereed' staat. Dan kunt u op een andere foto klikken!

Terug