De Japanse nachtegaal is voor een insecteneter vrij gemakkelijk te houden, omdat ze ook bessen en zaden op de menulijst heeft staan. Zo kan men als basis het in de winkel verkrijgbare weekvoer gebruiken. Er zijn al gedroogde insecten aan toegevoegd.
Hardgekookte eieren en af en toe een vitaminen-, mineralen- of aminozurenpreparaat kunnen het weekvoer completeren. Het geheel kan dan aangevuld worden met fruit en bessen, bijvoorbeeld stukken appel, peren, banaan, sinaasappel, rozijnen, wilde en tuinbessen. Overigens kan men zo'n voorraad van bessen voor de winter makkelijk aanleggen: vlierbessen, vogelbessen en vuurdoornbessen kunnen goed worden gedroogd.
In plaats van de toegevoegde gedroogde insecten bij het in de winkel verkrijgbare weckvoer, is het beter er af en toe levend voer naast te geven. Als insectenetende vogel is het van groot belang, en zeker voor het fokken, dat insecten en dergelijke verstrekt worden. Ter afwisseling kan rauw of gekookt fijngemalen rundvlees, vermengd met zemelen of beschuitkruimels, gegeven worden. Ook fijngemalen kevers, kreeftjes of garnaaltjes worden genoemd als delicatesse.
Dit kan dan twee keer daags in kleine hoeveelheden verstrekt worden.
De hapjes kunnen met wortelsap of geraspte appel bevochtigd worden. Ook gekocht voer moet iets bevochtigd worden, maar beslist niet te nat. Is het erg warm weer dan kan her beste meerdere keren per dag kleine hoeveelheden gegeven worden in verband met bederf van het voer.
Verder worden mierenpoppen en eieren, maden, regenwormen, krekels, rupsen en spinnen verstrekt.
|