Aangesloten bij de Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers

Witgesterde Blauwborst

Voor Foto's Zie onderaan. Onder

Nederlandse Naam:

Witgesterde Blauwborst

Wetenschappelijke naam:

Luscinia svecica cyanecula

Verslag in PDF-formaat:

Voor meer info over de Witgesterde Blauwborst

Inleiding:

De blauwborst is een vogel die voorkomt in Europa, Azië, west-alaska en noord Amerika. De man heeft een bruin tot donkerbruin rugdek en een opvallende helderblauwe bef. Dit alleen in de broedperiode. In de winter valt dit blauw bijna geheel weg. Onder het blauw zit een kastanje bruine rand, buikkleur is bruin/grijs. Op de staart is deze vogel rood/bruin met een zwarte band aan het eind. De witgesterde heeft in het blauw een witte vlek, vandaar ook deze naam. De pop ziet er hetzelfde uit als de man op de witte vlek na en heeft veel minder blauw. Is ook niet zo helder van kleur. Bij ons komt deze soort voor in moeras/ rietgebieden. Broeden gebeurt dan in de vrije natuur ook in het riet, op de grond goed verborgen tussen het riet of in graspollen. Het nest wordt gemaakt van grashalmen, mos en wat dode riethalmen. Maximaal worden er zo’n zes eieren gelegd. Die groenblauw van kleur zijn en soms voorzien zijn van wat vlekjes op de stompe kant. De eieren worden tussen de twaalf en veertien dagen bebroed en hoofdzakelijk door de pop. De jongen verlaten na een dag of veertien het nest en kunnen dan nog niet goed vliegen. In de natuur worden de jongen grootgebracht met hoofdzakelijk insecten.

De Kweek

Toen ze in mijn bezit kwamen in september heb ik ze meteen aan elkaar gekoppeld en in een ruime buitenvoličre geplaatst. Te weten twee meter hoog een meter breed en twee en een halve meter diep. Dit heeft nooit tot problemen geleid. Tijdens de koude wintermaanden hebben ze binnen gezeten bij een temperatuur die nooit boven de vijf graden uitkwam, echter wel gescheiden van elkaar in broedkooien. Op twintig maart zijn beide vogels in de buitenvoličre gezet, de pop in een klein kooitje erbij gezet, zodat ze wel bij elkaar zaten maar toch gescheiden. Dit om weer aan elkaar te wennen. Op 1 april (hoe kun je het zo uitkiezen) de pop bij de man losgelaten. De reactie van de man was erg opvallend, hij begon meteen met zijn ongelofelijke mooie, lange en hevige zang die hard en veelvuldig was. Dit was een zeer intens geluid. Ik dacht dat de koppeling goed tot stand was gekomen, maar na een drie uur lange observatie ging ik even wat eten. Ik was nog niet geheel uit het gezichtsveld van de vogels (jij kijkt naar hun, maar zij ook zeker naar jou) of de verschrikkelijk heftige gevechten braken los. Ik heb nog nooit van mijn leven zo snel een vogel weer uitgevangen ( de pop), want als ik niet had ingegrepen had de pop zeker het leven gelaten. Koppel poging deel twee: Op zeventien april, nog steeds in het achterhoofd houdend wat er bij de eerste koppel poging was gebeurd, liet ik de pop weer los bij de man. Direct waren er weer gevechten, maar beduidend minder hevig als de eerste keer. En na weer een observatie (deze keer zeker vijf uur) besloot ik voor mezelf dat het deze keer, ondanks de gevechten, wel goed zou komen en heb de vogels toen met rust gelaten. De kweek: Op twee mei was het nest klaar, dat hoog bovenin de kooi gebouwd was, geheel van kokosvezel, in een traliekastje, en was het eerste ei gelegd. Op zeven mei is de pop gaan broeden. Op zestien mei bij de tweede controle zag ik dat er zes eieren gelegd waren. Op negentien mei waren er vier jongen uitgekomen, de overige eieren waren onbezet. Op vierentwintig mei heb ik de vier jongen geringd met 2.5 mm ring. Na elf dagen klommen de jongen uit het nest. En op veertien juni achtte ik de jongen zelfstandig. Op tien juni was overigens de tweede ronde alweer begonnen, met het eerste ei, in een nieuw nest dat deze keer wel op de grond was gebouwd en in een graspol zat. Op drieëntwintig juni waren er uit de vier gelegde eieren drie jongen geboren en was er een ei onbevrucht. Op zesentwintig juni een jong dood gevonden naast de waterbak. De overige twee lijken goed groot gebracht te worden. Op negenentwintig juni de twee jongen geringd. Bij het ringen bleken de jongen er niet goed uit te zien, en niet veel later zijn deze dan ook dood teruggevonden, weer naast de waterbak. Na wat telefoontjes bleek dat als je honderd procent natuurbroed nastreeft, er normaal gesproken geen tweede ronde inzit. Past men handopfok toe dan zouden er twee of drie rondes grootgebracht kunnen worden. Maar dit is voor mij geen optie, puur uit principe. En zo blijf je altijd leren in de vogelsport. Op enkele punten nagelaten is het eigenlijk helemaal geen moeilijke vogel die bij een zeer goede verzorging je belonen met jongen die ze heel goed zelf kunnen grootbrengen. En handopfok is naar mijn mening dus echt niet nodig om mooie blauwborsten te kweken en op stok te krijgen. Het principe van natuurbroed pas ik dus op al mijn vogels toe. O.a. de winterkoning, hoppen, roodkeel nachtegalen en vele andere soorten. Bij dit verslag moet wel gezegd worden dat het op het moment van de tweede ronde en het uitkomen van de jongen buiten de voličre ruim dertig graden was en dus in de voličre nog warmer. Misschien had ik met iets meer geluk en betere weersomstandigheden de twee ronde wel groot gekregen.

Aanvulling op de blauwborstkweek:

De ringmaat van 2,5 mm is wettelijk gezien correct alleen ben ik gevoelsmatig geneigd te zeggen dat de ringmaat van 2,7 mm ook een zeer geschikte maat is. Deze ringmaat is ook met geen mogelijkheid op een normale manier van de poot te verwijderen. Zelf heb ik geen problemen ondervonden met het vroege ringen met een 2,5 mm ring maar ik heb van andere gehoord dat bij deze vroege verstoring alle jongen eruit werden gegooid. Daarom denk ik als er met een 2,7 mm ring geringd zou mogen worden ,je wat later zou kunnen ringen en dit zou weer de mogenlijkheid van het volledig tot wasdom komen van de jongen vergroot.. Ikzelf voorziet de ring waarmee geringd moet worden altijd van een ventielslangetje omdat dit ook weer mee helpt om de opgroei kansen van de jongen te vergroten. Dit soort zaken zijn echt nodig als je jongen op stok wilt krijgen,wat toch de bedoeling is. De zang van de man is tot diep in de nacht te horen en als hij dan ook weer zeer vroeg in de ochtend begint met zingen ben ik eigenlijk geneigd om te zeggen dat de man in de broedtijd 24 uur per dag zingt. De man gaat dan op een verhoging zitten en gooit zijn staart recht omhoog,laat zijn punten van zijn vleugels naar beneden zakkenen gooit vervolgens zijn kop geheel achterover en zet dan zijn snavel wijd open en begint dan te zingen ofdat zijn leven er van af hangt. Het voer: Bij mij zit er eigenlijk geen verschil qua voeren tussen rusttijd en broedtijd,ik varieerd eigenlijk alleen met de hoeveelheid en natuurlijk met zoveel mogelijk verschillend voer.Het voer bestaat uit meelwormen,pinky's,buffalowormen,krekels en sprinkhanen en al wat er verder nog voorhanden is.Het voer word ook nu weer bepoederd met aves-insektenstrooipoeder en wat spirulina en verder gebruik ik niets.Eivoer word niet of nauwelijks opgenomen en kan in mijn ogen dus achterwege worden gelaten.

Foto uitleg:

Foto 1: Witgesterde Blauwborst
Foto 2: Ei Witgesterde Blauwborst
Foto 3 en 4: Witgesterde Blauwborst in jeugdkleed
Foto 5: Jong van 7 dagen oud
Foto 6 en 7: Witgesterde Blauwborstman
Foto 8: Nest
Foto 9: Witgesterde Blauwborstpop

Auteur en vogelkweker:

Arie Bakker te Dordrecht

Fotograaf:

Jan de Nijs en Piet Onderdelinden

Noot van de auteur:

Op tekst en foto's zit copyright deze mogen dus niet gekopieerd worden!!

Foto's

NB. Wacht eerst voor alle foto's zijn geladen! Als u eerder op een andere foto klikt laad hij niet verder! U ziet dat doordat in de balk onderaan 'Gereed' staat. Dan kunt u op een andere foto klikken!

Terug